De teek is een spinachtig insect van één tot vier millimeter groot. Deze kleine mijt is vaak dus maar zo groot als een speldenknop en dus moeilijk zichtbaar. De in Nederland meest voorkomende teek is de schapenteek, Ixodus ricinus.
Teken komen uit eitjes en we noemen ze dan een larve, daarna groeien ze door tot nimf om vervolgens een volwassen teek te worden. De teek bevindt zich in struiken en grasgewassen in bos en heide, maar ook in tuinen en parken. De parasiet voedt zich met bloed, waarbij de gastheer er vaak maar weinig van merkt. Naast wat gekriebel en jeuk voel je er verder niets van als een teek je bijt. Na een dag of vijf zijn ze verzadigd met bloed en laten ze uit zichzelf weer los.
Het diertje is het hele jaar aanwezig in vochtige bosrijke gebieden, maar wordt pas actief bij een temperatuur hoger dan 8 graden Celsius. Ze kunnen niet vliegen of springen en laten zich dus vallen op de gastheer. Omdat ze zich veelal niet hoger verplaatsen dan anderhalve meter zul je ze dus ook bij volwassenen weinig op het hoofd aantreffen. Bij kinderen is dit vaak wel het geval.